-
1 hören
hören♦voorbeelden:2 auf jemanden hören • naar iemand, iemands raad luisterender Hund hört auf den Namen … • de hond luistert naar de naam …auf einen Rat hören • een raad ter harte nemen〈 spreekwoord〉 wer nicht hören will, muss fühlen • wie niet horen wil, moet voelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:Zeugen hören • getuigen (aan)horenbei Prof. X hören • de colleges van prof. X volgenhört, hört! • moet je horen!, nou, nou! -
2 etwas von jemandem zu hören bekommen
etwas von jemandem zu hören bekommenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > etwas von jemandem zu hören bekommen
-
3 donder
♦voorbeelden:dat gaat je geen donder aan • et ta soeurik snap er geen donder van • je nage complètementhet kan me geen donder schelen • je m'en fiche comme de l'an quaranteom de (dooie) donder niet! • jamais de la vie!kom hier voor de donder! • viens ici, tonnerre!
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Французский